id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
19352 | bruut | bits: hij is nogal brut (Kaulille, ... ), hé is nog al brut (Sint-Truiden, ... ), ə ais nogal brut (Walshoutem, ... ), brulkoe: bryt (Gronsveld), ruw, gezegd van gezaagd hout: brøt (Dilsen), ruw, hard: brut (Vlijtingen) I-11, II-12, III-1-4, III-3-1 |