id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
22077 | hoog zitten | hoog vliegen: hoͅx zetə (Meijel), ze zitte hoag (Geleen), ze zitte houeg (Doenrade), zitte hoeeg (Weert), zitten hoog (Geleen), Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld! ze zitte huug (Gruitrode) III-3-2 |