id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
17863 | hukken | (zich) bukken: hawke (Tongeren), hóeke (Herten (bij Roermond)), knikkertermen: Vgl. Maastricht Wb., pag. 143: hoeke*, 1. hurken, hukken; 2. op zijn hurken zitten. hoekke (Schimmert) III-1-2, III-3-2 |