e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
neuzelaar treuzelaar:   neuzeleer (Caberg, ... ), neuzeleir (Amby), nuzzeler (Waubach), wat n neuizelèr (Kanne), wat ənən neuzeleir (Lanaken), cf. WNT IX, kol. 1911 ev. s.v. "neutelen - daarnaast ook neuteren"(= zich met beuzelingen ophouden, leuteren, zeuren, talmen). Afl. neutelaar. Gew. "neutelig"(= knorrig, slechtgehumeurd)  neutselaer (Sittard), cf.Schuermans s.v. "nozelen"= hetzelfde als "neuzelen"; cf. Schuermans s.v. "neuzelen"= hetz. als neutelen: d.i. langzaam zijn, dralen, talmen  nozelee:r (Roermond) III-1-4