id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
17896 | prangen | drukken: prangen (Gruitrode), knellen: prangen (Oostham), pràngə (Loksbergen), knellen, gezegd van schoenen: WNT: prangen, A) Bedr., I) Eig. - A. Met een persoon als object: 1. Drukken, dringen [...] 3. Knellen, klemmen, knijpen, omklemmen. prangen (Oostham), prángə (Loksbergen) III-1-2, III-1-3 |