25161 |
rouwvorsten |
licht vriezen:
geroewvorstj (L318b Tungelroy),
rijp vormen, rijpen:
et rōēvorstj (L322p Haelen),
rauwōͅstə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
roehoorste (L427p Obbicht),
roevorse (L332p Maasniel),
roevorsen (L369p Kinrooi),
roevorste (L329p Roermond),
roevoste (L326p Grathem),
roewooste (L427p Obbicht, ...
Q014p Urmond),
roewoosten (L426p Buchten),
roowvoorste (L290p Panningen),
rouw-vorsten (L192p Bergen),
rouwhooste (L426p Buchten),
rouwvorste (L265p Meijel, ...
L159a Middelaar,
Q117p Nieuwenhagen),
rouwvorsten (L270p Tegelen),
rowvorste (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
rōēvorsen (L322p Haelen),
rôwvosse (L369p Kinrooi),
’t heet geroevost (L326p Grathem),
’t roevorsjt (L330p Herten (bij Roermond)),
’t roevorst (L383p Melick),
er is verschil tussen beide uitdrukkingen: hierbij zijn alle bomen en struiken helemaal wit, meestal door bevroren mist.
et haeͅt geroeͅvórs (L332p Maasniel),
ps. alleen dit tekentje omgespeld volgens Frings (er stond een Ø met een punt eronder).
hət hēͅ:t gəro.w[ōͅ}.rs (Q010p Opgrimbie),
rouwvorste
rouwvō̝əstə (L422p Lanklaar),
t roewvorstj
truwvoͅršt⁄ (L371p Ophoven)
III-4-4
|
|