20143 |
suts |
fopspeen:
? niet goed leesbaar; Mar.: Heeft het iets te maken met het ww. "sussen"? (= kalmeren, rustig maken, stil maken)
seuts (P220p Mechelen-Bovelingen),
Mar.: Heeft het iets te maken met het ww. "sussen"? (= kalmeren, rustig maken, stil maken)
sùts (P176p Sint-Truiden),
vroeger!. Mar.: Heeft het iets te maken met het ww. "sussen"? (= kalmeren, rustig maken, stil maken)
sets (P184p Groot-Gelmen),
hoofd (spotnamen):
soe:ts (L316p Kaulille),
soets (L424p Meeswijk),
suts (L286p Hamont),
sūə:ts (L422p Lanklaar),
syts (L364p Meeuwen),
søyts (L360p Bree),
sûts (L360p Bree, ...
L360p Bree),
B.v. ex houw dex tige dene suets.
suəts (L372p Maaseik),
B.v. houd uw soets toe. Eig. bet.: "knotwilg"; vooral m.b.t. koppige personen.
sūts (L369p Kinrooi),
B.v. sla hemm op zijne soets.
su.əts (L368p Neeroeteren),
Oud en minder welvoeglijk.
syts (L416p Opglabbeek),
neus (spotnamen):
suəts (L372p Maaseik),
speen:
cf. VD D-N s.v. "Zitze"; zie echter ook s.v. "zutschen"(lurken, slurpen mar.: heeft het iets met sussen te maken??
söts (P219p Jeuk),
cf. VD D-N s.v. "Zitze"tepel (pej.) tiet, mem; cf. Sint-Truiden Wb. p. 222 s.v. "suts"= speen, fopspeen; cf. s.v. "sutse = zuigen; cf. Niel-Sint Truiden Wl. p. 367 s.v. "suts"(iets waarop men kan zuigen) en "sutsen"(likken, zuigen)
sëts (P227p Vorsen)
III-1-1, III-2-2
|
|