id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
20787 | zongelen | koken (intr.): vóór het kookt"; cf. WNT s.v. "zong"zie "zonk (II)"; cf. WNT s.v. "zonk (II) - zong": (mv. -en) "van zingen (meestal met auslautverscherping)"= "zoemend of ronkend geluid"; cf. WNT s.v. "zingen (I), 9) ("van water, ook van een ketel e.d. met water dat verhit wordt") zŏĕngələ (Bree) III-2-3 |