21429 |
afzien |
afkijken:
ook lijden
aafzīēn (P218p Borlo),
afzien (P179p Aalst-bij-St.-Truiden),
afloeren, bespieden:
afzien (P218p Borlo, ...
P176p Sint-Truiden),
afzin (K353p Tessenderlo),
āfziə (Q253p Montzen),
afpassen met de voet, aftreden:
afzië (Q203p Gulpen),
lijden:
aafzeen (Q032p Schinnen),
afzien (K317p Leopoldsburg, ...
L364p Meeuwen),
spieken:
afsīēn (K316p Heppen),
wbd: afzeggen:
iech seen de van aof (Q187a Heugem),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
aafzīēn (Q204a Mechelen),
werken op de boerderij:
āf˲zēn (Q196a Banholt, ...
Q196p Mheer)
I-6, III-1-1, III-1-4, III-3-1, III-4-4
|
|