19288 |
fledderen |
flikflooien:
fleddere (L248p Lottum),
zie Schuermans, p. 126, s.v. fledderen ook flodderen (fleiren, fleren) = strelen, vleien
fleddere (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
mooi pratend het paard op de nek kloppen:
flędǝre (L290p Panningen),
vleien:
fleddere (L248p Lottum),
WNT: fledderen -flidderen-, Z.-Ndl. bijvormen van Fladderen.
fleddere (L246p Horst, ...
L267p Maasbree,
L217p Meerlo,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum)
I-9, III-1-4, III-3-1
|
|