id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
22494 | jokken | (overige) kaartspelen: joeke (Zolder), jokken: (bij kinderen). jokken (Meijel), (Eijsden!). jokke (Noorbeek), Van Dale: jokken, 1. (veroud., litt.) boerten, schertsen; dartelen, stoeien; -2. (vooral in kindert.) verzachtende uitdrukking voor: onwaarheid spreken, liegen. jokke (Haelen), jokken (Born), schommelen: joeke (Ell, ... ), Jôk: schommel. jôkke (Neeritter) III-3-1, III-3-2 |