id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
20500 | nattigheid | drank: naatighijt (Grevenbicht/Papenhoven), nattigheid (Ittervoort), druilerig en koud weer: naatigheid (Born, ... ), natichheit (Beesel), JK: correct overgenomen naʔixeͅt (Kwaadmechelen), iets onbelangrijks, nietigheid: natigheid (Maastricht), wisselvallig weer: natigheid (Ospel) III-2-3, III-4-4 |