18665 |
neepjesmuts |
(neepjesmuts):
betekenis: rond stuk stof met op de hoeken neepjes gemaakt in de vorm van het hoofd
neͅipkəsmuts (P218p Borlo),
nevelslinnen mutsje met plooienrand en kinbanden:
neepkusmöts (L321p Neeritter),
witte muts met fijne plooien en een afhangend strookje:
neepkusmöts (L321p Neeritter),
nepkesmuts (K314p Kwaadmechelen),
nepkəsmøts (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
nepkəsməts (Q012p Rekem),
cf. 033a.
neͅpkəsmøts (K314p Kwaadmechelen),
informant: als 33a, zonder afhangend strookje
neepjesmuts (L377p Maasbracht),
neepjesmutsen werden toendertijd wel door vrouwen uit de arbeiders- of kleine boerenstand gedragen, maar nooit door vrouwen uit middenstands- of andere kringen
neepjesmuts (L270p Tegelen)
III-1-3
|
|