id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
25620 | opgejaagd | gebarsten en zwartgeblakerd: ǫpgǝxiat (Munsterbilzen), haastig: opgejaagt (Susteren), in alle haast: opgejaagd (Leopoldsburg, ... ), onrustig: opgejacht (Eksel), pafferig dik, opgeblazen van lijf: opchəjacht (Koersel), opchəjacht (?) (Koersel), opgejaagd (Neeritter), oͅpxəjaxt (Opglabbeek) II-1, III-1-1, III-1-4 |