25432 |
opsnijden |
de buik opensnijden:
obšni-jǝ (Q121p Kerkrade),
obšniǝ (Q202p Eys),
ǫpšniǝ (Q036p Nuth),
de huid doorsnijden:
obšniǝ (Q202p Eys),
opšni-jǝ (Q198p Eijsden),
de staart couperen:
ǫpsnęi̯ǝ (K353p Tessenderlo),
een gleuf aanbrengen in het deegbrood:
opšni-jǝ (Q191p Cadier),
opscheppen:
ópsnijjə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
pezen blootleggen:
obšni-jǝ (Q121p Kerkrade),
raten inkorten:
opsnęjǝ (L215a Wellerlooi, ...
L244d Ysselsteyn),
opšni-jǝ (Q113p Heerlen),
rechten:
opsnē̜jǝ (L163a Milsbeek),
snoeien:
= verwijderen van zijscheuten aan jonge bomen. (Ô j = uitspreken als i + j (= niet ij).
opsnĭje (L248p Lottum),
spaken snijden:
ǫpšnījǝ (Q019b Groot Genhout)
I-7, I-9, II-1, II-12, II-6, II-8, III-1-4, III-3-1
|
|