19499 |
oudding |
as van het vuur:
au̯deͅŋk (L423p Stokkem),
ōͅt˂deŋk (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
oͅu̯deŋk (Q016q Krawinkel),
uit de as gezeefde kolen:
aaddink (L383p Melick),
aait dink (Q088p Lanaken),
aawod dink (L317p Bocholt),
ad ding (Q084p Waltwilder),
aoddink (Q121p Kerkrade),
aud denk (L372p Maaseik, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
aud dink (L360p Bree),
audenk (L421p Dilsen, ...
L419p Elen),
audɛ.ŋk (L423p Stokkem),
aut ding (L360p Bree),
aut dink (L366p Gruitrode),
au̯deͅŋk (L424p Meeswijk),
aw deink (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
awd denk (L368p Neeroeteren),
awddènk (L381p Echt/Gebroek),
awdenk (L372p Maaseik),
a͂denk (L372p Maaseik),
houdeng (L422p Lanklaar),
oadenk (L381p Echt/Gebroek),
ŏŏd-dīnk (Q196p Mheer),
\"aser‹oj\"is het overblijfsel van kolen dat uit de kachel komt, daaruit wordt \"awdenk\' geraapt dat nog eens kan branden.
awdenk (Q010p Opgrimbie),
de in de asla aanwezige kolenresten werden na het zeven bevochtigd en daarna als\"gedëks\"(Z.d) nog een keer gebruikt om de gloed te dempen of het vuur te temperen gedurende de tijden, dat matig verwarmd en niet gekookt werd Op deze manier spaarde men brandstof
autténk (Q020p Sittard),
Houtskool = \"aomerten\".
auwd ding (L368p Neeroeteren),
Note v.d. invuller: (overlevering 1920) De stoker van de Stoomzuivelfabriek had massaal de beschikking over oad-dink, van de vele kolen die in de ketel werden gestookt. Hij stelde de directeur voor dat aan de burgerij te koop aan te bieden. Volgende dag stond bij de fabriek een bord met de tekst: \"WIJ VERKOPEN GRUIS EN OOK OOT-DENK\".
aod-dink (L377p Maasbracht),
Oud ding.
aut deͅnk (L416p Opglabbeek)
III-2-1
|
|