id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
21363 | roezemoelen | roezemoezen: verbastering van Van Dale: roezemoezen, 1. leven, geraas, getier maken; -2. (gew.) een dof, gonzend geluid maken; -3. met bedrijvige drukte en stommelend geluid allerlei kleine bezigheden verrichten, rommelen, scharrelen. roezemoele (Meerlo) III-3-1 |