id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
19070 | schokkeneren | schelden, schimpen: mar. frequentatief; cf. WNT XIV. kol. 776 e.v. s.v. "schokken"5. schimpen, spotten sjokkenéren (Uikhoven), smalen: sjoekkeneere(n) (Schinveld), sjokkeneere (Meerssen, ... ) III-1-4, III-3-1 |