id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
19127 | slipdrager | vleier: vgl. WNT: slippedrager, 2. In figuurlijk zin. Iemand die een ander op eenigszins slaafsche wijze herhaaldelijk diensten of eer bewijst. Bij dit gebruik is aan het dragen van een slip van een kleed, eer nog van een slaap gedacht. sleijpdrager (Rekem), slipdrager (Hamont) III-3-1 |