e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
teuten aarzelen:   lig toch niet te teuten (Griendtsveen), tēūtə (Maastricht), téntu (Brunssum), drinken: Ze hauen ?m areigel getäöt: Ze hadden flink gedronken  täöte (Sittard), kletsen: Van Dale: I. teuten, 3. onbeduidende, vervelende of lijzige praat uitslaan, babbelen, kletsen, zeuren.  teute (Melick, ... ), tutte (Weert), prutsen:   teute (Tienray, ... ), teutə (Venlo), rondreizen, pendelen: Opm. v.d. invuller: nl. om te handelen en te ruilen.  tīēte (As) III-1-4, III-2-3, III-3-1