e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

Gevonden: 2513
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bord telder: teͅi̯ər (Boorsem), telloor: tlø&#x0304r (Boorsem), təlø&#x0304r (Boorsem, ... ) bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
borg blijven borg blijven: beurg blieven veur eine (Boorsem), bərg blīvə vər ɛ̄mə (Boorsem) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1
borst borst: bǫrs (Boorsem, ... ) Elk van de korte, zware balken door de askop, waaraan lange dunne balken met daaraan de hekwerken, bevestigd worden. Zie ook afb. 36 en 37. [N O, 1d; A 42A, 61; Sche 31] || Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9, II-3
borstkas borst: ich heub ein kauw op mien bors (Boorsem) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-1
borstrok borstrok: boͅrsroͅk (Boorsem) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor mannen) borstrok: boͅrsroͅk (Boorsem) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) borstrok: boͅrsroͅk (Boorsem) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
borststuk van een schort boezem: bōzəm (Boorsem) borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)] III-1-3
borsttuig borstgetuig: borstgetuig (Boorsem) Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51] I-10
borstzak(je) pochetzakje (<fr.): pəšɛtzɛkskəs (Boorsem) pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)] III-1-3