| 34193 |
aangetaste uier |
hard kwartier:
hart kǝtēr (L247z Broekhuizenvorst)
|
De door ontsteking aangetaste uier of één van de kwartieren die aangetast is. [N 52, 6b; A 48A, 10c, 11b; monogr]
I-11
|
| 21470 |
aangeven, verklikken |
kleppen:
kleppen (L247z Broekhuizenvorst),
verkleppen:
verkleppe (L247z Broekhuizenvorst)
|
klikken; Welk woord gebruikt u in uw dialect voor het doorvertellen aan vader, moeder of onderwijzer van iets, waarvoor een ander kind straf kan krijgen? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
| 34184 |
abortus, verwerpen |
verwerpen:
vǝrwɛrpǝ (L247z Broekhuizenvorst)
|
Het uitdrijven van de vrucht voordat de normale draagtijd is verstreken en het jonge dier zijn volkomen ontwikkeling heeft bereikt. [A 48A, 9]
I-11
|
| 21429 |
afkijken |
afkijken:
ofkieke (L247z Broekhuizenvorst)
|
afschrijven; Bij een buurman of buurvrouw kijken? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
| 24848 |
afvallen van bladeren |
ruizelen:
rüzele (L247z Broekhuizenvorst)
|
afvallen van bladeren [DC 48 (1973)]
III-4-3
|
| 22321 |
baantje glijden op het ijs |
slibberen:
slibbere (L247z Broekhuizenvorst)
|
Kinderen maken op de sneeuw of het ijs wel een gladde baan, door er telkens en achter elkaar overheen te glijden. Hoe noemt men het glijden op dit baan? [DC 44 (1969)]
III-3-2
|
| 34113 |
baarmoeder van de koe |
draagmoer:
drāxmōr (L247z Broekhuizenvorst)
|
[N 3A, 48; A 48A, 47a]
I-11
|
| 20144 |
baby van zeven maanden |
kindje van zeven maanden:
kiendje van zeve mond (L247z Broekhuizenvorst)
|
een baby van 7 maanden [DC 46 (1971)]
III-2-2
|
| 20585 |
bakken |
bakken:
bakke (L247z Broekhuizenvorst)
|
bakken [DC 37 (1964)]
III-2-3
|
| 21102 |
bijten |
bijten:
bĭĕte (L247z Broekhuizenvorst)
|
bijten [DC 37 (1964)]
III-2-3
|