e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houtduif bosduif: boesdoef (Horn), boo.sdōē:f (Panningen), boschdoe-oef (Gennep), boschdoef (Schimmert), boschduif (Molenbeersel, ... ), bosdaaf (Jeuk), bosdauf (Eksel, ... ), bosdawf (Heusden), bosdoe.f (Herten (bij Roermond)), bosdoef (Baexem, ... ), bosdoëf (Maasbree), bosdōēf (Weert), bosduif (Rosmeer), bosduif (gew.uitspr.) (Diepenbeek, ... ), bosjdoef (Urmond), bos˂dūf (Kinrooi), bōͅsdūf (Overpelt), boͅsduu̯f (Achel), boͅs˂dou̯f (Maaseik), boͅs˂dyf (Opglabbeek), boͅs˂døͅf (Hasselt, ... ), boͅzduf (Meeswijk), bòsdóuf (As), bósdoe.f (Gennep, ... ), bósdouf (Zolder), bósdōēf (Boukoul, ... ), bósduu.f (Gennep, ... ), Frings  bōͅsdau̯f (Borgloon), boͅs˂dø͂ͅu̯f (Gelieren/Bret), boͅəs˂dau̯f (Borgloon), Frings; half lang als lang omgespeld  boͅs˂dou̯f (Lanklaar), IPA, omgesp.  boͅsdoͅf (Beverst), boͅsduf (Rekem), Syn. dükke douf.  bosdouf (Diepenbeek), vdBerg; omgesp.  boͅs˂dōͅf (Stokrooie), zegsman aarzelt en zegt ook hoëldauf  bosdauf (Bilzen), dikke duif: dieke doef (Heerlen), dieke doeëf (Heerlen), dike doef (Gemmenich), dikke doaf (Vliermaal), dikke doef (Elen, ... ), dikke douf (Eigenbilzen), dikke duif (Molenbeersel), Syn. bosdouf.  dükke douf (Diepenbeek), vdBerg; omgesp.  dekə dø̄f (Wellen), woudduif  dikke duif (Molenbeersel), duif: doe.f (Kelpen), doef (Houthem), dōēf (Tienray), dòf (Sint-Pieter), franse duif: fransə dauf (Tongeren), holduif: holdoef (Broekhuizen), hoolduif (gew.uitspr.) (Herk-de-Stad, ... ), hoͅldøͅu̯əf (Kerkhoven), ?JK  ouldààf (Sint-Truiden), houtduif: haol(t)doēf (Castenray, ... ), haoltdōēf (Ottersum), haotdōēf (Voerendaal), hātøͅi̯f (Lommel), ho.ltdoe.f (Gennep, ... ), hoatdawf (Heusden), holt doef (Blerick), holtdoef (Middelaar, ... ), holtdoèf (Venlo), holtdoëf (Venlo), hooddouf (Herk-de-Stad), hootdoef (Heerlen, ... ), hootdoëf (Vrusschemig), hootdōēf (Brunssum, ... ), hootsdoef (Kerkrade), hooëtdauf (Eksel), hou.tdōēf (Boukoul, ... ), hout-douf (Maastricht), hout-doëf (Sevenum), houtdauf (Membruggen), houtdoe.f (Herten (bij Roermond)), houtdoe:f (Herten (bij Roermond), ... ), houtdoef (Altweert, ... ), houtdouf (Maastricht), houtdoèf (Swalmen), houtdoêf (Tungelroy), houtdoëf (Sevenum), houtdōēf (Haelen, ... ), houtdóef (Herten (bij Roermond)), hōltdōēf (Venray), hoͅŭtdūf (Beringe, ... ), hoͅu̯tdūf (Meijel, ... ), hòòltdoe-oef (Gennep), hòòtdōēf (Brunssum), hóltdoef (Afferden, ... ), hôltdoef (Meerlo), hôtdouf (Houthalen), hôôtsdoef (Kerkrade), eigen spelling; omgespeld  hou̯tdūf (Roosteren), Frings; half lang als lang omgespeld  oͅu̯t˂dou̯f (Lanklaar), lange oe  houtdoef (Horn), vdBerg; omgesp.  oͅtāf (Sint-Truiden), koolduif: koͅldūf (Meijel), kuəldūf (Beringe, ... ), kwalduu̯f (Achel), columba palumbus  kwoͅldūf (Hamont), Frings, omgesp.  koͅldøͅyf (Lommel), kol, zo noemde men de planten die men op de hoek van de akker liet staan voor het zaad, mn koolzaad; hier kwamen de duiven dan op af"JK sic kòl = bos!  kòldoef (Meijel), kwalduif: kwoldūf (Hamont), Misschien bij kwal (holtedier), mnl. kwalle, mhd. qualle (grote, dikke kerel; van kwellen = zwellen).  kwaldoef (Achel, ... ), ringduif: rangdoef (Stein), rijnkdoef (Oirsbeek), ringduif (Meeswijk), Een ringduif heeft ene ring om den nek.  rèŋduf (Meeswijk), Frings  reͅŋkdoͅu̯f (Diepenbeek), IPA, omgesp.  reŋkduf (Rekem), IPA; omgesp.  reiŋkduf (Meeswijk), omdat ze een witte ring van veren om de hals heeft  rĕinkdoef (Oirsbeek), veldkretser: veldjkretser (Montfort), vèltkrètser (Venlo), wilde duif: wel douf (Gronsveld), wel duf (Kaulille), wi-jl doef (Bocholt), wijl doef (Susteren), wil dauf (Oost-Maarland), wil doef (Doenrade, ... ), wil doev (Vijlen), wil douf (Gronsveld, ... ), wil dōē.f (Waubach), wil dōēf (Klimmen, ... ), wil dóuf (As), wil(de) dōēf (Mheer), wildaof (Oost-Maarland), wilde doef (Meijel), wilde dōēf (Venray), wildoef (Mechelen, ... ), wilj doef (Geleen, ... ), wilj dōēf (Nieuwstadt, ... ), wilj-dŏĕf (Guttecoven), wiljdōēf (Geleen, ... ), wo’ldauf (Hoeselt), wul dauf (Eigenbilzen), wul douf (Eigenbilzen), wél doef (Kelmis), wêl doûf (Gronsveld), wöl duif (Hees), [wilde duif, rk]  wêl doûf (Gronsveld), Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:  wilj doef (Thorn), doorgaans Frings, soms eigen spelling  wilde duif (Kwaadmechelen), Frings  woͅldōͅu̯f (Hoeselt), Gewisse bezeichnen so auch die Turteltaube und die Türkentaube, die zwar häufig bei uns vorkommen (bes. letztere), aber trotzdem keinen eigenen Namen zu haben scheinen.  wel duv (Gemmenich), vdBerg; omgesp.  weͅldoͅf (Veldwezelt), Vgl. pag. 178: houtduif, z.o. *wilde duif.  wil` douf, wul` douf (Zonhoven), wilde duiven  wil doeve (Holset), woudduif: wouddoef (Roermond), zangduif: zangdoef (Limbricht) *Wilde duif: Houtduif. || 1. Houtduif; 2. Holeduif. || bosduif || Bosduif (wilde duif, houtduif). || duif, soort || houtduif || houtduif (41 grootste en bekendste van het stel; wit aan nek en vleugels; broedt overal in bossen en tegenwoordig ook in dorp en stad; vaak in grote troepen [N 09 (1961)] || Houtduif (Columba palumbus). || Houtduif. || Kent U daarin diverse variëteiten of rassen? Welke? Geef naam en eigenschappen. [N 93 (1983)] || Kwalduif: houtduif, columba palumbus. || Meist Ringeltaube. || Ringduif: Houtduif. (Columba palumbus). || Wilde duif [N 94 (1983)] || Wilde duif. III-3-2, III-4-1