e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203b plaats=Ingber

Overzicht

Gevonden: 1089
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wippen wippen: wippe (Ingber) Op, met een wip spelen [kwikkwakken, kweken, kwinkkwaken, kwikkelen, wiegschalen, wippen, kiegelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
wisselen omzetten: omzetten (Ingber), tuisen: toesche (Ingber), wisselen: wisselen (Ingber) onderling veranderen; het een voor het andere nemen of geven (bijv. voor plaats) [wisselen, omzetten] [N 91 (1982)] III-4-4
wisselvallig weer daar is regen op weg: dao es rèèn op wèèg (Ingber), er zit regen in de lucht: et zit rèèn i gèn looch (Ingber), hoddelenweer: et es èè hoddele wéér (Ingber), ət es hoͅdələ weͅər (Ingber), regenachtige lucht: reͅəgənɛxtegə lox (Ingber) lucht die regenachtig weer betekent [treuzellucht] [N 81 (1980)] || lucht die wisselvallig weer betekent [kwaklucht, knoeilucht] [N 81 (1980)] || nu eens regenen, dan weer helder zijn, gezegd van het weer [N 81 (1980)] III-4-4
woeker woeker: woeker (Ingber) onwettige winst die verkregen is door misbruik te maken van de nood van iemand anders bijv. door te veel rente te vragen [woeker, woekerij, usure] [N 89 (1982)] III-3-1
woelen rulsen: rø.lsə (Ingber) Woelen: onrustig heen en weer bewegen (woelen, spollen). [N 84 (1981)] III-1-2
woensdagx goensdag: goensdig (Ingber) de vierde dag van de week, woensdag [goensdag] [N 91 (1982)] III-4-4
wolkenbank wolkje: o.  wøləkškə (Ingber) lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)] III-4-4
wonde wonde: woͅnt (Ingber) Wond: letsel, kwetsuur (blessure, wats, gorre). [N 84 (1981)] III-1-2
wonen nest hebben: ət neͅ.s˃ h‧øͅbə (Ingber) een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] III-4-1
wormstekig wormstekig: wø.rəmštēͅ.əkex (Ingber, ... ) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3