e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

Gevonden: 5461

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afschieten, ontsteken afdraaien: ˙āf˱dr˙iǝnǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De met springstof geladen schietgaten tot ontploffing brengen. [N 95, 412; monogr.; N 95, 442 add.] II-5
afslaan, van noten houwen: ny.ət h‧oͅu̯ə (Eys) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] I-7
afslag afslag: ˙afšlā.x (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) Hoop kool- of ertsbrokken, ontstaan door het schieten. [N 95, 451; N 95, 429; monogr.; Vwo 50] II-5
afsluiting van een remhelling barrière: barǝję̄r (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) Afsluitboom aan de voet van een remhelling die dient om op hol geraakte wagens, die door de grote snelheid die zij kunnen ontwikkelen veel schade kunnen aanrichten, op te vangen. [N 95, 687; monogr.] II-5
afstandskaart met coördinaten afstandsboekje: afstandsbeukske (Eys), cordinaat: (v.).  ko.oͅrdən‧āt (Eys) Hoe heet verder in Uw dialect: de afstandskaart met coördinaten? [N 93 (1983)] III-3-2
aftrekken (met de hand) kruiden: krūǝ (Eys) Het uit de grond trekken van konijnevoer, onkruid, e.d., zonder dat daarbij gereedschap wordt gebruikt. [N Q, 11c] I-5
aftroggelen afzetten: aafzitte (Eys), afzette (Eys), ‧āf˃zeͅ.tə (Eys) listig of met bedrog iets van iemand weten te krijgen [troggelen, aftroggelen, uitschillen, affoefelen, aftruifelen, aftisselen, afstrepen, affutselen, afzetten] [N 89 (1982)] || troggelen (af~) [SGV (1914)] III-3-1
afvallen van bladeren afvallen: aāfvalle (van bladeren van een boom) (Eys), uitvallen: ōētvalle (bij bloemen) (Eys) afvallen van bladeren [DC 48 (1973)] III-4-3
afvoerband afvoerband: a.f˲v˙uǝrba.nt (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Bandtransporteur voor de afvoer van de gewonnen kolen. Het woordtype "a.b." (L 265, Q 33) is een afkorting voor afvoerband. [N 95, 637; monogr.] II-5
afwas spoel: dər špø&#x0304.l (Eys), dər špø͂ͅl (Eys) het vaatwerk dat op een bepaald ogenblik afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] III-2-1