e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q075p plaats=Vliermaalroot

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitspannen uitspannen: ǭǝ.tspanǝ (Vliermaalroot) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitwijken opzij uitvaren: ǫp˲zai̯ ǭǝ.t˲vǭǝ.rǝ (Vliermaalroot) Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
vaars jaarling: jørle.ŋk (Vliermaalroot), vaars: vi̯ās (Vliermaalroot) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vader pa: pa (Vliermaalroot), vader: vair (Vliermaalroot) vader; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: lē̜.f (Vliermaalroot) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
van hoge afkomst van goede mensen: meer plat  van goei minse (Vliermaalroot), van hoge afkomst: van houge oafkoms(t) (Vliermaalroot) van hoge afkomst; hij is - - - [ZND 19 (1936)] III-2-2
van veren wisselen ruizelen: ruizelen (Vliermaalroot), rø̜̄.zǝlǝ (Vliermaalroot), rø̜i̯zǝlǝn (Vliermaalroot) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangijzertje, vangklep aan duiventil clapet (fr.): klà`pètə (Vliermaalroot) Duivenhok. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
varken varken: vɛ.rǝkǝn (Vliermaalroot) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken van acht tot twaalf weken loper: lø̄pǝr (Vliermaalroot) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12