e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q075p plaats=Vliermaalroot

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varkens mesten vetten: vę.tǝn (Vliermaalroot) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkenstrog trog: troǝx (Vliermaalroot) De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d] I-6
varkensvet wit vet: witfeͅt (Vliermaalroot) gesmolten vet [Goossens 1b (1960)] III-2-3
vaste uitwerpselen keutelen: kø̄.tǝlǝn (Vliermaalroot), schaapskeutelen: šǭpskø̄tǝlǝn (Vliermaalroot), schaapsstront: šǫpsstront (Vliermaalroot), stront: stro.nt (Vliermaalroot) In de vragen L 20, 22f en A 4, 22f werd ook gevraagd naar het gebruik van schapenmest. Uit de antwoorden blijkt dat schapenmest kon dienen als bemesting in het algemeen en als weiland- en bloembemesting. Ook vermengde men schapenmest met stalmest. Schapenmest werd wel eens gebruikt om stokbomen in te planten. [N 77, 122; L 20, 22f; A 4, 22f; A9, 24c] || Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.] I-11, I-12
vastenavond vastelavond: fɛstəlu.uvət (Vliermaalroot), fɛsəlu.uvət (Vliermaalroot) vastenavond [RND] III-3-2
vat vat: vǭǝ.t (Vliermaalroot  [(121/2 kg)]  ) Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.] II-3
vat, ton vat: vǭt (Vliermaalroot) Een vat of ton is uit houten duigen en twee bodems samengesteld en wordt met behulp van houten of metalen banden bijeen gehouden. Het middendeel ervan, de buik, heeft de grootste omvang. Vanuit het midden loopt het vat naar het boven- en ondereinde smaller toe. [N E, L; L 21, 40; monogr.] II-12
vechten vechten: fɛ:xtə (Vliermaalroot) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
vechthaan soorthaan: sorthǭǝn (Vliermaalroot) Haan in de regel van een bijzonder ras, die afgericht wordt voor hanengevechten. Hanengevechten zijn een Haspengouwse specialiteit. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
vee beesten: besn (Vliermaalroot) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11