e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

Gevonden: 4871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aftekenen met krijt knijtschramen maken: knītšrø̜ǝm māxǝ (Bleijerheide) In verband met het passen de kledingstukken aftekenen met krijt. [N 59, 75; N 59, 74] II-7
aftrekken de was op de schoen inwrijven: dǝr wās op dǝr šoŋ evrīvǝ (Bleijerheide) Het met was bestrijken van de schoen. [N 60, 134b] II-10
aftrekken (met de hand) kruiden: krūǝ (Bleijerheide) Het uit de grond trekken van konijnevoer, onkruid, e.d., zonder dat daarbij gereedschap wordt gebruikt. [N Q, 11c] I-5
aftuigen (het) gescheer uitdoen: jǝšīr us˱duǝ (Bleijerheide) Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10
afvalleer afval: āf˲val (Bleijerheide) De snippers leer die overblijven van het uitsnijden van de pasklare stukken. [N 60, 48] II-10
afvoerband afvoerband: āfvȳrbant (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Emma, Maurits]), āfvø̄rbant (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]) Bandtransporteur voor de afvoer van de gewonnen kolen. Het woordtype "a.b." (L 265, Q 33) is een afkorting voor afvoerband. [N 95, 637; monogr.] II-5
afwas spoel: špø&#x0304l (Bleijerheide) afwas III-2-1
afwassen spoelen: špø&#x0304lə (Bleijerheide) spoelen, afwassen III-2-1
afwasteil, afwasbak spoelkomp: sjpéul-komp (Bleijerheide), špø&#x0304lkomp (Bleijerheide) afwasbak || bak waarin men afwast [N 20 (zj)] III-2-1
afwaswater spoelwater: špø&#x0304lwasər (Bleijerheide) afwaswater III-2-1