e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117p plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

Gevonden: 4514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
akkoord generaalsakkoord: generaalsakkoord (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Eisden]), groepsakkoord: groepsakkoord (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Julia]), éénmansakkoord: éénmansakkoord (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Domaniale]) Loonovereenkomst waarbij wordt betaald overeenkomstig de verrichte arbeid. Het "éénmansakkoord" (Q 117, Q 121) stond in tegenstelling tot het "groepsakkoord" (Q 117). Iedere houwer ontving zijn loon naar eigen prestatie. Dit type akkoord dateerde van de jaren dertig. Na de oorlog werd dit systeem door de inzet van de vakbonden afgeschaft. Het werken in éénmansakkoord was in de jaren dertig oorzaak van het gehate en verderfelijke jaagsysteem (Dieteren 1984 pag. 11). Wie minder kracht had dan zijn collega ging met een lager loon huiswaarts of liep de kans ontslagen te worden. De term "generaalgedinge" werd volgens Loontjens (pag. 33) gebruikt voor een akkoord dat gold voor onbepaalde tijd. [N 95, 910; N 95, 911; N 95, 912; monogr.; Vwo 58] II-5
akte akte: akt (Nieuwenhagen), ing akte van geloof, hoop, liefde (Nieuwenhagen) Een oefening/akte/akt van geloof, hoop, liefde, berouw [üboeng]. [N 96B (1989)] III-3-3
al dansend draaien bruisen: brūəzə (Nieuwenhagen), dobbelen: doͅbələ (Nieuwenhagen), draaien: drīənə (Nieuwenhagen) Al dansende draaien, gezegd van een tol [schrankelen, hekelen, denderen, leuteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
alle kegels in één keer omverwerpen een negen gooien: eŋ ny(3)̄əgə (Nieuwenhagen) Alle kegels in één keer omverwerpen [bossen]. [N 88 (1982)] III-3-2
alle kegels samen alle negen: alə ny(3)̄əgə (Nieuwenhagen) Alle kegels bij elkaar [bos]. [N 88 (1982)] III-3-2
allerheiligen allerheiligen: Allerhilige (Nieuwenhagen), allerhillige (Nieuwenhagen), Allerhillige (Nieuwenhagen), Allərhilligə (Nieuwenhagen) 1 november Allerheiligen [allerhillieje]. [N 96C (1989)] || Allerheiligen. [N 06 (1960)] III-3-3
allerzielen allerzielen: aller zìèle (Nieuwenhagen), Allerzieële (Nieuwenhagen), Allerziēle (Nieuwenhagen), Allərzīēëlə (Nieuwenhagen) 2 november, Allerzielen [allerzieële]. [N 96C (1989)] || Allerzielen. [N 06 (1960)] III-3-3
alles kwijt blut: bløt (Nieuwenhagen), schoep: sjup (Nieuwenhagen) Alles bij het spel verloren hebben [keps, kaps, baard, dod, pret, bluts, rits, rutsel, rut, rus, molk, mol, mot]. [N 88 (1982)] III-3-2
als getuige ten doop komen aan de doop komen: a gən deup kōōme (Nieuwenhagen) Als getuige ten doop komen [an doof kómme]. [N 96D (1989)] III-3-3
als zoeaaf verkleed jongetje zoeaaf (<fr.): inne zowaaf (Nieuwenhagen), zwāāf (Nieuwenhagen) Een als zouaaf verkleed jongetje met speelgoedgeweer [zwaaf]. [N 96C (1989)] III-3-3