e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
visaas aas: oas (Rimburg) aas [SGV (1914)] III-4-2
vissen vissen: vusje (Rimburg) visschen (ww.) [SGV (1914)] III-3-2
vlaaischotel vlaschotel: flaaschôttel (Rimburg) schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)] III-2-1
vlaamse gaai markolf: merkef (Rimburg), merkhof (Rimburg), mèrkhòf (Rimburg) gaai (34 blauwe veertjes in vleugel; kan veertjes opzetten; hele jaar in bossen; soms in troepjes op trek; echte schreeuwlelijk; ook tam te maken [N 09 (1961)] || meerkol [SGV (1914)] || vlaamse gaai III-4-1
vlag vaan: vaan (Rimburg) vlag [SGV (1914)] III-3-1
vlak, gelijk gelijk: (adj).  geliek (Rimburg), vlak: (substantief).  flèch (Rimburg) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlees vlees: vlees (Rimburg) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3
vleien schmeicheln (du.): Hd Schmeichele (Rimburg, ... ) flikflooien [SGV (1914)] III-3-1
vlieger windvogel: winkvogel (Rimburg) vlieger (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
vlinder pepel: pepel (Rimburg), schmetterling (du.): šmetterling (Rimburg, ... ) vlinder [GV Gr (1935)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] III-4-2