e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eckelrade

Overzicht

Gevonden: 211

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poten planten: plāntǝ (Eckelrade) In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5
prikkeldraad tankeldraad: takǝldrǭǝt (Eckelrade) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
raar, vreemd raar: raar (Eckelrade) raar [DC 02 (1932)] III-1-4
riek of schop om mestplakken en molshopen te verspreiden flattenschup: flatǝšø̜p (Eckelrade) Termen die niet op een speciaal bij de verspreiding van mestplakken of molshopen gebruikte riek of schop wijzen, zijn aan het eind van het lemma slechts in de woordtypevorm vermeld. Voor de dialectvarianten daarvan zie men de lemmata ''mestriek'' en ''spade, spitschop'', alsmede de schopbenamingen in I.4 onder "gereedschap en gerei in het algemeen". [N 14, 81; N 18, 29; div.] I-2
rijshout, bonenstaak erwtrijs: ertriezer (Eckelrade) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [N P (1966)] I-7
rode kool rood moes: roed moos (Eckelrade, ... ) Rode kool (als plant of gewas) [N Q (1966)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3
roep- en lokwoord voor de eend piele, piele, piele: pilǝ, pilǝ, pilǝ (Eckelrade) [L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.] I-12
royaal royaal (<fr.): royaal (Eckelrade) royaal [DC 02 (1932)] III-3-1
ruige mest ruwe mest: rǫu̯ǝ [mest] (Eckelrade) Ruige mest is mest die pas uit de stal is gekomen en daarom nog onverteerd stro bevat. Deze mest vormt aanvankelijk de boven- of buitenlaag van de mesthoop, die o.i.v. zon en wind gemakkelijk verdroogt. Hij heeft daarom ook (nog) niet de kwaliteit van de in het vorige lemma bedoelde mest, die langer en dieper in de mesthoop heeft gezeten. De plaatselijke varianten van [mest [N M, 10b; N 11, 27 add.; N 11A, 4b; JG 1a + 1b add.; div.] I-1
savooiekool savooi: səvoeiə (Eckelrade), savooie: sèvoeje (Eckelrade) [N Q (1966)]savooie kool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3