e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214a plaats=Geysteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlas repelen repen: rīǝpǝ (Geysteren) Vlas ontdoen van de zaadbollen door het over een kam, repel, te halen. I-5
vlas roten roten: rotǝ (Geysteren) De bast van vlas laten rotten door het in water te leggen. I-5
vlasbraak braak: brāk (Geysteren), zwing: zweŋ (Geysteren) Toestel om vlasstengels te pletten. De zwing is een langwerpige afgeronde plank met een handvat om de "scheven" (vergelijk het lemma Hede-, Vlas- of Hennepafval) van het vlas los te slaan. [monogr.; add. uit N 48, 16b] I-5
vleermuis vleermuis: flèèrmōēs (Geysteren) vleermuis III-4-2
vlees vlees: vleisch (Geysteren) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3
vleiwoord voor het varken kuus: kus (Geysteren) [VC 14, 2c v] I-12
vlier vlier: -  flier (Geysteren) vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlierbes vlierenkral: -  flierekralle (Geysteren), vlierkral: vlīērkral (Geysteren) vlierbes || vrucht van de vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlinder vlinder: vle.ndər (Geysteren), vlinder (Geysteren, ... ) vlinder [ZND 18G (1935)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlo (enk.) vlo: vloeëj (Geysteren) vlo III-4-2