e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bel bel: bɛl (Opoeteren) De bel die de molenaar waarschuwt wanneer het kaar bijna leeg is. Deze bel klingelt telkens als de speelman tegen een blokje slaat, dat door een koord met de bel verbonden is. Onder het malen is dit blokje omhoog gespannen, zodat de speelman het niet kan raken. Het blokje is verbonden met een plankje dat in het kaar ligt en door het gewicht van het graan onder gehouden wordt. Als het graan vermindert, komt het plankje omhoog waardoor het blokje niet meer omhoog gespannen blijft maar neerkomt, zodat de speelman ertegen slaat (Groffils, pag 145 en 146). Op sommige plaatsen, zoals bij de oude molens in Q 88, Q 95 en Q 188, had men geen bel en moest de molenaar steeds goed op de graanhoeveelheid in het kaar letten (Coenen, pag. 123). [N O, 21b; Vds 155; Jan 161; Coe 145; Grof 170] II-3
bellefleur keulemannetje: Ceulemannetje  kulemenneke (Opoeteren), schaapskopje: sjoapsköpke (Opoeteren) appel, soort I-7
belofte belofte: ĕn belofte (Opoeteren) Een belofte. [N 96D (1989)] III-3-3
belofte niet houden veel van zijn woord zijn: veel van ze wooerd zeen (Opoeteren) hoe heet: een belofte of een gegeven woord niet houden, een overeenkomst opzeggen? (in 1 woord) [ZND 32 (1939)] III-3-1
beloken pasen beloken pasen: bloeke paosse (Opoeteren) De eerste zondag na Pasen, Beloken Pasen, de laatste dag dat men zijn Paasplicht kon vervullen [gebroke Paose, Wiesse Zóndiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
beloven beloven: belaone (Opoeteren) beloven [gelaove, belaove] [N 96D (1989)] III-3-1
bemesten mesten: męstǝ (Opoeteren) De in dit lemma opgenomen woorden betekenen "mest in het land doen, het land vruchtbaar maken met stalmest". Ze worden doorgaans gebruikt in combinatie met "akker", "(stuk) land" e.d., ook al is dit object - behoudens een enkele uitzondering - bij de onderstaande woordtypen er niet bij vermeld. Voor mesten in de zin van "mest naar het land brengen" en "mest over het land uitspreiden" zie men de lemmata mest uitrijden en mest verspreiden. [JG 1a + 1b; N 11, 14; N 11A, 1; L 1a -m; L 31, 18; S 23; mongr.] I-1
benauwd en vochtig weer wassig weer: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).  het wèèr is nogal wössig (Opoeteren) vochtig en warm weer III-4-4
bepaalde hoeveelheid heleboel: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).  einen hiêleboel (Opoeteren), klats (vloeistof): klatz (Opoeteren), ps. zo wordt het ook geschreven!  klats (Opoeteren), poes: ein pûs (Opoeteren), portie: puursie (Opoeteren), reik: ("Doa höbste vèèl reik aan").  reik (Opoeteren), zwik: ein zwik (Opoeteren) bepaalde hoeveelheid || bepaalde hoeveelheid (vloeistof) || beschikbare hoeveelheid III-4-4
bergx berg: bøͅrəx (Opoeteren), bergen (mv.): mv.!  bérrəch (Opoeteren) berg [ZND A1 (1940sq)] || berg (bergen) [RND] III-4-4