e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q259p plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draaihek vouwer: vǫwǝr (Lontzen) Een hek dat op scharnieren of haken draait aan de ingang van een wei, gemaakt van prikkeldraad of houten latten. [N 14, 68a; N M, 5; A 25, 5d; L B 19, 6; monogr.] I-8
dragen dragen: trage (Lontzen) dragen [ZND 25 (1937)] III-1-2
dreef allee (<fr.): Van Dale: allee (&lt;Fr.), laan, brede weg tussen twee of meer rijen bomen.  alee (Lontzen) een lange dreef [ZND 23 (1937)] III-3-1
driekleurig viooltje stiefmoedertje: schtiefmüttersche (Lontzen) driekleurige viool [ZND 34 (1940)] III-4-3
driftig kwaad: kùe (Lontzen) driftig [ZND 23 (1937)] III-1-4
drijftol kreisel (du.): kreisĕl (Lontzen) Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] III-3-2
dringen duwen: düje (Lontzen) niet dringen ! [ZND 33 (1940)] III-1-2
drinkglas glas: glā.s (Lontzen), halfje: høͅfkə (Lontzen), pint: pī.ŋk (Lontzen), snel: šneͅl (Lontzen) drinkglas [RND] III-2-1
droog weer droog: drŭŭch (Lontzen) droog [RND] III-4-4
droogte droogte: drügde (Lontzen) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4