e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgharen

Overzicht

Gevonden: 1951
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zondagse kleren `s zondagse kleren: soondagse kleier (Borgharen) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zonde zonde: zun (Borgharen) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zun (Borgharen) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zool van een schoen zool: zaol (Borgharen) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoom zoom: zǫwm (Borgharen) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoon jong: jong (Borgharen), joŋ (Borgharen), zoon: zoon (Borgharen), zōn (Borgharen) (zoon;) Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] || zoon; onze buurman heeft een zoon en een dochter; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
zout zout: zaait (Borgharen), zaajt (Borgharen), zait (Borgharen) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zuinig zuinig: zuinig (Borgharen) zuinig [SGV (1914)] III-3-1
zuster zusje: zuske (Borgharen), zuster: zuster (Borgharen), zøstər (Borgharen), zustertje: zustrke (Borgharen) zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05 (1937)] || zuster; mijn - is achttien, mijn zuster twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || zuster; mijn - is achttien, mijn zuster twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || zuster; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
zuurdeeg maken desemen: dęjsǝmǝ (Borgharen) Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.] II-1