e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgharen

Overzicht

Gevonden: 1951
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte bladluis bladluis: ged. WLD, ged. eigen spellingsysteem oe: langger.  blaadloes (Borgharen) bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] III-4-2
zwarte gebreide dameskous zwarte gestrikte kous: zwarte gestriekde kouse (Borgharen) dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)] III-1-3
zwarte koe zwarte: zwartǝ (Borgharen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 129] I-11
zwarte kraai, kraai krauw: krau (Borgharen) kraai [SGV (1914)] III-4-1
zwavelx solfer: solfer (Borgharen), zwavel: zwavel (Borgharen, ... ) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zwemmen zwemmen: zwumme (Borgharen) zwemmen [SGV (1914)] III-3-2
zweren, etteren netteren: nèttere (Borgharen), zweren: zwere (Borgharen) etteren [SGV (1914)] || zweren (etteren) [SGV (1914)] III-1-2
zwerm zwerm: zwɛ̄rǝm (Borgharen) Het geheel van bijen met koningin dat de korf of kast verlaat. Een zwerm bestaat doorgaans uit een koningin, 10- tot 20-duizend werkbijen en een paar honderd darren. Zij zullen een nieuwe woning gaan zoeken. [N 63, 29d; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 100; A 9, 6; monogr.] II-6
zweten zweten: zweite (Borgharen) zweten [SGV (1914)] III-1-2
zwijgen zwijgen: zwiege (Borgharen) zwijgen [SGV (1914)] III-3-1