e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aarde, grond aarde: êrd (Grubbenvorst), zand: zank (Grubbenvorst) aarde (grond) [SGV (1914)] || zand [SGV (1914)] III-4-4
aarden pot aarden pot: ē̜rdǝ pǫt (Grubbenvorst), uiles: ūlǝs (Grubbenvorst) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aardmannetje (kabouter) aardmannetje: êrdmenneke (Grubbenvorst) aardmannetje [SGV (1914)] III-3-3
aas in het kaartspel aas: aos (Grubbenvorst), roeten oas (Grubbenvorst) Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] || En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - I. Aas. [DC 52 (1977)] III-3-2
achterdocht presumptie: persŏŏnsie (Grubbenvorst) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achterneef achterneef: achterneef  achternèf (Grubbenvorst), naneef: = achterneef; cf. WNT s.v. "naneef"A. = volle neef; B.2 achterneef (mar.: vgl. met "nabuur")  noanēf (Grubbenvorst) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
achternicht nanicht: = achternicht; cf. WNT s.v. "na""......"II) Bijw."....... "I) c. in fig. toepassing, met betrekking tot personen en zaken: niet ver van iemand af staande, en dus hem nabij, niet vreemd voor hem"(mar.: vgl. met "nabuur")  noanicht (Grubbenvorst) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
achterste achterste: echterste (Grubbenvorst) achterste [SGV (1914)] III-1-1
adder adder: adder (Grubbenvorst) nadder (adder) [SGV (1914)] III-4-2
adem adem: oam (Grubbenvorst) adem [SGV (1914)] III-1-1