e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Achel

Overzicht

Gevonden: 4185
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beiaard beiaard: beiaard (Achel) het geheel van zuiver gestemde klokken die door een klavier bespeeld kunnen worden [klokkenspel, beiaard, carillon] [N 112 (2006)] III-3-2
beide beenderen van de onderkaak schaar: sxɛ̄ǝr (Achel), scharen: sxīǝ.rǝn (Achel) De scha(a)r(en) of het geschaar vormen de beide takken van de onderkaak van een paard en de uitwendige holte in het achterste gedeelte daarvan. Zie afbeelding 2.11. [JG 1a, 1b; N 8, 30] I-9
beide panden van een uiteengeploegde akker zijperceeltjes: zęi̯pǝrselkǝs (Achel) Het uiteenploegen van een akker levert, als men de keerstroken buiten beschouwing laat, twee even grote stroken op aan weerskanten van de eindvoor in het midden. Uiterlijk is er overeenkomst met het ploegen in panden. Voor deze, afzonderlijk te ploegen delen van een akker zie men echter het vorige lemma. [N 11, 54; N 11A, 121f] I-1
beieren luiden: de klokken lujen (Achel), et loeit (Achel) Het gelui, het gebeier van de klok(ken). [N 96A (1989)] || Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)] III-3-3
bekakt praten op de letter praten: op de letter proaten (Achel) bekakt praten [N 102 (1998)] III-3-1
bekakte praat /bekakt praten op de letter praten: op de letter proaten (Achel) bekakt praten [N 102 (1998)] III-1-4
bekeuren proces maken: preces maken (Achel), te pakken krijgen: te pakken krijgen (Achel) beboeten [ZND 36 (1941)] III-3-1
bekisting bekisting: bǝkesteŋ (Achel) De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.] II-9
bekkenholte hol: hol (Achel) heup: komvormige ruimte tussen de heupbeenderen [N 10 (1961)] III-1-1
bekkens cimbalen: cimboalen (Achel) het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen] [N 112 (2006)] III-3-2