e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blad (alg.) blad: blad (Merselo) blad [SGV (1914)] III-4-3
blad, bladeren van een plant blad: blat (Merselo), blader: blār (Merselo) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4
bladrozet van de paardebloem plat: konijnevoer  platte (Merselo) paardebloemblad III-4-3
bladvorm nnervig: ieënnaerveg (Merselo) hoofdnerf ve blad III-4-3
blaffen blaffen: blaffe (Merselo) blaffen [SGV (1914)] III-2-1
blaker blaker: blaoker (Merselo, ... ) blaker || kaarshouder III-2-1
blaren blaren: blø̜̄rǝ (Merselo) Het verschijnsel waarbij een verflaag plaatselijk van de ondergrond loslaat en er zwellingen ontstaan. Het blaren kan verschillende oorzaken hebben. De voornaamste zijn: vocht in het geschilderde materiaal en slechte hechting van de verflaag aan het materiaal. [L 32, 78; monogr.] II-9
blauwe bosbes moelbeer: moelbaer (Merselo) bosbes, blauwe — III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: rêiger (Merselo) reiger [SGV (1914)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg aasvlieg: aosvliēg (Merselo), madenschijter: maajeschieter (Merselo) vleesvlieg || vleesvlieg, dikke bromvlieg III-4-2