e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloedworst bloedworst: bloēdwaorst (Merselo), allerlei afval van het varken  bloedworst (Merselo) bloedworst [N 06 (1960)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiger: bloēdzūger (Merselo), boedzūūger (Merselo) bloedzuiger [SGV (1914)] III-4-2
bloei bloeitijd: bläöjtied (Merselo) bloeitijd III-4-3
bloeien bloeien: blø̜̄i̯ǝ (Merselo), opbloeien: òpbläöje (Merselo) De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.] || opbloeien I-4, III-4-3
bloem (alg.) bloem: bloem (Merselo), blumə (Merselo), doorbloeier: durbläöjer (Merselo) bloem [SGV (1914)] || bloem, doorbloeiende — || bloemen [RND] III-4-3
bloemkool bloemkool: bloemkooël (Merselo) bloemkool I-7
blusbak lesbak: lɛs˱bak (Merselo) De houten of ijzeren bak waarin de kalk geblust wordt. De bak is doorgaans voorzien van een opening met schuif en rooster waarlangs men het kalk-watermengsel uit de bak kan laten stromen. Het rooster was volgens de invuller uit L 321 voor het opvangen van de rommel, het schuifje diende om de bak af te sluiten. De blusbak had in deze plaats de volgende afmetingen: 2,5 m lang, 1,75 m breed en 1 á 1,25 m hoog. [N 30, 32a; monogr.] II-9
blutsen knotsen: knutse (Merselo) blutsen [SGV (1914)] III-1-2
bochel bult: bult (Merselo, ... ) bochel [SGV (1914)] || bult [SGV (1914)] III-1-2
boek boek: bōēk (Merselo) boek [SGV (1914)] III-3-1