19687 |
bestek |
tafelgerei:
toffelgrej (L209p Merselo)
|
tafelbestek
III-2-1
|
23507 |
bestelde mis |
bestelde mis:
bestelde mis (L209p Merselo)
|
Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33607 |
besvrucht, algemeen |
beer:
baer (L209p Merselo),
bêr (L209p Merselo),
bêre (L209p Merselo),
kraal:
kral (L209p Merselo),
miemer:
alleen mv.
miemere (L209p Merselo)
|
bes [SGV (1914)] || bessen [SGV (1914)]
I-7
|
18845 |
beteuterd |
bedonderd:
bedonderd (L209p Merselo),
beteuterd:
hêêj kiekt as Piet snot = hij kijkt beteuterd hêêj kiekt as of hêêj èn vlooien ien t our hit
betūūterd (L209p Merselo)
|
beteuterd [SGV (1914)]
III-1-4
|
27448 |
beton |
beton:
bǝton (L209p Merselo)
|
Een mengsel van cementspecie met een grove toeslag, bijv. grind, steenslag of bims, dat in bepaalde verhouding onder toevoeging van water wordt gemengd en tot een steenachtige massa verhardt. Een betonmengsel van één deel cement, twee delen zand en drie delen kiezel werd in L 321 een 'missing' ('meseŋ'), van 'missen' ø̄mengenø̄, genoemd. [N 30, 47a; N 30, 50; monogr.]
II-9
|
30046 |
beton storten |
storten:
stǫrtǝ (L209p Merselo)
|
De aangemaakte vloeibare beton in de bekisting gieten. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(beton)' het lemma 'Beton'. [N 30, 51c]
II-9
|
30045 |
betonijzer |
vlechtwerk:
vlechtwerk (L209p Merselo)
|
Metalen staven die in het beton worden aangebracht. Beton dat op deze wijze is versterkt, kan beter de erop uitgeoefende buig- en trekspanningen opnemen. De afzonderlijke staven van betonijzer noemde men in Q 83 'ijzers' ('ęjzǝrs'). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(beton)-' het lemma 'Beton'. [N 30, 51b]
II-9
|
30047 |
betonmolen |
betonmolen:
[beton]mø̄lǝ (L209p Merselo)
|
Toestel dat wordt gebruikt bij het aanmaken van met name grote hoeveelheden betonspecie. De betonmolen bestaat uit een peer- of cilindervormige mengtrommel met een nuttige inhoud van 50 tot 1000 liter die door een een elektromotor of een verbrandingsmotor wordt aangedreven. In de mengtrommel zijn schoepen aangebracht die tijdens het ronddraaien van de trommel de betonspecie mengen. Boven de molen is een waterreservoir geplaatst waaruit de vereiste hoeveelheid water automatisch aan het mengsel wordt toegevoegd. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(beton)-' het lemma 'Beton'. [N 30, 50; monogr.]
II-9
|
30040 |
betonzand |
ballast:
balas (L209p Merselo)
|
Grove, kiezelachtige zandsoort die wordt gebruikt bij de bereiding van beton. 'Maaszand' was volgens de invuller uit L 316 een grove zandsoort. Zie ook het lemma 'Metselzand'. [N 30, 48]
II-9
|
24561 |
beuk |
beuk:
būūk (L209p Merselo)
|
beuk [SGV (1914)]
III-4-3
|