e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q007p plaats=Eisden

Overzicht

Gevonden: 3771
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blazen ongelijk liggen: ongǝlīk leqǝ (Eisden) Oneffen liggen, van kleding gezegd. [N 59, 189] II-7
blazer blazer: blōzǝr (Eisden  [(Eisden)]   [Zwartberg, Eisden]) Een uitstroming van gas uit een nauwe spleet van de koollaag of het nevengesteente. Volgens de invuller uit Q 121c kwam het verschijnsel met name voor in gasrijke mijnen zoals de Maurits, de Emma of de Hendrik. In het Kempens Bekken kent men volgens de zegsman uit L 417 geen blazers. Wel komen er ooit plotselinge uitbarstingen voor. [N 95A, 16; monogr.] II-5
bleek bleek: hai is soè blijk (Eisden) hij is zo bleek [ZND 21 (1936)] III-1-2
bles scheistreep: šɛi̯strēp (Eisden) Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b] I-11
blijven wachten blijven: blieve (Eisden), blīvə (Eisden) blijven [ZND 25 (1937)] III-4-4
bliksemen bliksemen: ⁄t bliksemt (Eisden, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
blinde schacht, tussenschacht beurkê: burkęt (Eisden  [(Eisden)]   [Zwartberg, Waterschei]), børkɛ (Eisden  [(Eisden)]   [Zolder]) Een schacht die niet aan de oppervlakte uitmondt. Een dergelijke schacht wordt aangelegd om steenkoollagen te ontsluiten die tussen de verdiepingen zijn gelegen, en soms voor ventilatie- of vervoersdoeleinden. Zo merkt de respondent uit Q 3 voor de mijnen uit Winterslag en Waterschei op dat de "stortkoker" een blinde schacht is waar kolen en steen door afgevoerd worden en de "luchtschouw" een blinde schacht die uitsluitend wordt gebruikt voor de luchtverversing. Het verschil tussen een opbraak of een neerbraak en een tussenschacht was in de Nederlandse mijnen gelegen in het feit dat in een tussenschacht personenvervoer door middel van liftkooien was toegestaan. [N 95, 78; N 95, 181; monogr.; Vwo 134; Vwo 138; Vwo 206; Vwo 804] II-5
bloedaders uieraderen: øi̯ǝrǫu̯i̯ǝrǝ (Eisden) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloedgang (het) snoeren: snø̄rǝ (Eisden) Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31] I-11
bloedluis bloedluis: blōtlūs (Eisden) bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] III-4-2