e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7823
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
asfaltpapier asfaltlaag: asfaltlǭx (Klimmen), pappendek: papǝdɛk (Klimmen), pappendekkel: papǝdękǝl (Klimmen) Poreus bordpapier, gedrenkt in asfalt of zware teeroliën. Asfaltpapier wordt gebruikt als isolatiemateriaal tegen vocht maar ook als dakbedekking. 'Lodorite' is een asfaltbitumen juteweefsel dat als afdichtingsmateriaal in stroken wordt verwerkt. [N 31, 36b; N 64, 155b; monogr.] II-9
askruisje askruisje: esjkrütske (Klimmen), asselekruisje: essjelekrütske (Klimmen) Het Askruisje [assekrüske, esjekruuts]. [N 96C (1989)] III-3-3
asperge asperge: aspɛršǝ (Klimmen), spergel: špɛrgǝl (Klimmen) Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.] I-5
asperges me asperges: asperzjes (Klimmen), d`n asperzjes (Klimmen), asperges me: asperges me (Klimmen), vidi aquam: d`n Vidi Aquam (Klimmen) Het gezang dat voorafgaand aan de hoogmis gezongen wordt onder de besprenkeling met wijwater: "Asperges me...."of "Vidi aquam...."(in de Paastijd). [N 96B (1989)] III-3-3
asse as: esj (Klimmen) asse? [N 93 (1983)] III-3-2
asstroppen hange(r)nelen: haŋǝnīǝlǝ (Klimmen) De metalen beugels die dienen om de metalen karas in het houten asblok vast te houden. Zie ook afb. 195. Er bestaan verschillende uitvoeringen van de asstroppen. Meestal is het een soort beugel met aan beide einden schroefdraad waarop met twee moeren een sluitstuk wordt vastgezet. Soms bestaan de asstroppen echter ook uit twee ijzeren plaatjes, één boven en één onder het asblok, die worden verbonden door twee bouten waarop twee moeren worden gedraaid (Goossens, pag. 18). [N G, 48b; JG, 1a] II-12
aswoensdag asgoensdag: esjgoonsdich (Klimmen), asselegoensdag: essjelegoonsdig (Klimmen), ĕsjelegoonsdig (Klimmen) Aschwoensdag [SGV (1914)] || Aswoensdag, de eerste dag van de grote vasten [ésjermitwoch, aesjergoonsdiech, esjelegoonsdich]. [N 96C (1989)] III-3-3
atelier werkhuis: ⁄t wirkes (Klimmen) de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)] III-3-1
augurk augurk: + WLD  augurk (Klimmen), Veldeke  augurk (Klimmen) Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)] I-7
aureool gouden krans: enne gouwe krans (Klimmen), gouden kring: enne gouwe krink (Klimmen) De gouden lichtkrans of -kring boven om het hoofd van een heiligenbeeld [aureool, nimbus?]. [N 96A (1989)] III-3-3