e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7823
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
armband armband: ermband (Klimmen), erremband (Klimmen) band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)] III-1-3
armbestuur armbestuur: ermbesjtuur (Klimmen), érrembesjtuur (Klimmen) de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)] III-3-1
armenbanken a-banken: waore ummer vriej omdatste genne elter zoogs  de aa-benk (Klimmen), b-banken: de B-benk (Klimmen), oude banken: áábenk (Klimmen), vrijbanken: vriejbenk (Klimmen), vrije plaatsen: vriej plaatsje (Klimmen) De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)] || De beide zijruimten, links en rechts van het middenschip [zijbeuken?]. [N 96A (1989)] III-3-3
armoedig armoedig: ērmeudig (Klimmen) armoedig [SGV (1914)] III-3-1
armvol armvol: (h)errevel (Klimmen), enne ervel höj (Klimmen), ennen hèrvel hui-j (Klimmen), hellever (Klimmen, ... ), hervel (Klimmen), hērvǝl (Klimmen), hɛlǝvǝr (Klimmen), ɛrvǝl (Klimmen), ⁄nen hellever (Klimmen), ⁄nen hellever huij (Klimmen) armvol || armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4
aronskelk kogel: Veldeke \'aaronskelk\'  koeëgel (Klimmen, ... ) aaronskelk [N 92 (1982)] III-2-1
arresteren aanhouden: aanhawte (Klimmen), arresteren (<fr.): arrestere (Klimmen), gevangen nemen: gevange numme (Klimmen), vastzetten: vaszètte (Klimmen) iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)] III-3-1
as van het vuur assen: esche (Klimmen) Hoe noemt u datgene dat uit de kachel komt en dat nog kan branden nadat de as eruit gezeefd is (van steenkool)? (bluskool, sintel, kooltjes, krikken) [N 104 (2000)] III-2-1
asarm arm: ɛrǝm (Klimmen), schenkel: šeŋkǝl (Klimmen), (mv)  šeŋkǝlǝ (Klimmen) Elk van de uiteinden van de as die door de naven steken. Een asarm is steeds van metaal. [N 17, 53; N G, 48d; monogr] I-13
asblok asblok: as˱blǫk (Klimmen, ... ), aslade: aslā (Klimmen), assenbed: asǝbęt (Klimmen) Het als ashouder of als as fungerende houten blok waaraan de wielen van de voorploeg bevestigd zijn. [N 11, 31.I.a; N 11A, 97a] || Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-1, I-13