e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P196p plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 565
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruizeel hulp: hø̄lǝp (Veulen), riem: riǝm (Veulen) Riem die om de schouders gelegd wordt en aan de berries van de kruiwagen wordt vastgemaakt om het werk van de voerder te verlichten. Zie ook het lemma kruizeel in wld II.9. [N 18, 99, 100; JG 1a; JG 1b; JG 2a; JG 2b; JG 2c; L B, 90; L 35, 31; A 42, 16; monogr] I-13
kussensloop overkussen: oͅu̯ərkøsə (Veulen) een kussensloop (van een hoofdkussen) [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
kweek hondstand: hontstant (Veulen) Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] I-5
laars (alg.) bot: bot (Veulen) laars [ZND B1 (1940sq)] III-1-3
landstreek streek: strøͅjk (Veulen) streek [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
lantaarn lantaarn: lati̯āən (Veulen) lantaarn [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
lap lap: Stof.  lap (Veulen) lap [ZND A1 (1940sq)] III-1-3
leeftijd, ouderdom ouderdom: adərdom (Veulen) ouderdom; op zijn - [ZND B1 (1940sq)] III-2-2
leggen leggen: legə (Veulen) leggen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
lenen lenen: lɛ̄jnə (Veulen) leenen [ZND 14 (1926)] III-3-1