e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

Gevonden: 4071
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bidstoel bidstoel: bidstool (Stokkem) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bidstond uurbedens: ōrbɛ̄jəs (Stokkem) Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
biecht biecht: beeg (Stokkem) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biechten: beegte (Stokkem) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtbriefje biechtbriefje: beegbreefke (Stokkem) Een biechtbriefje, het bewijs dat men de Paasbiecht had gehouden [biechbrifje]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechteling biechteling: beegteling (Stokkem) De biechteling, de gelovige die gaat biechten. [N 96D (1989)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): beegte gaon (Stokkem), zich biechten (gaan): zich beegte (Stokkem) Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: beegstool (Stokkem) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biechttijd biechtgelegenheid: beeggelegenheid (Stokkem), biechturen: beegore (Stokkem) Biechttijd(en), gelegenheid tot biechten. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtvader biechtvader: beegvader (Stokkem) De biechtvader [biechvadder]. [N 96D (1989)] III-3-3