e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L368p plaats=Neeroeteren

Overzicht

Gevonden: 3933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (Neeroeteren), bliksen (Neeroeteren) bliksem [ZND 01 (1922)] || bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] III-4-4
bliksemafleider bliksemafleider: bleksəmāfleͅi̯ər (Neeroeteren), bliksemaafleier (Neeroeteren) Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)] III-2-1
bliksemen bliksemen: het bliksemt (Neeroeteren, ... ), weerlichten: het wêrlicht (Neeroeteren, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
blikslager blikslager: blekslē.gǝr (Neeroeteren) Ambachtsman die blik verwerkt en blikken voorwerpen herstelt. [N 66, 55a; Wi 2; L 34, 17a; monogr.] II-11
blinde naad blinde naad: blenjǝ nǭt (Neeroeteren) Naad die men maakt bij het blind naaien. [N 59, 70] II-7
blinde vink blinde vink: blénj vénk (Neeroeteren) Opgerold kalfslapje met vulsel (blin vinke, muisje zonder kop?) [N 16 (1962)] III-2-3
bloed bloed: blo:ət (Neeroeteren), bloot (Neeroeteren) bloed [N 10 (1961)], [ZND 01 (1922)] III-1-1
bloedwei wei: wei (Neeroeteren) Waterachtig vocht van het bloed (water, wee/wei) [N 106 (2001)] III-1-1
bloedworst bloedworst: bloodworst (Neeroeteren, ... ), worst: worst (Neeroeteren) bloedworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] || Bloedworst (bulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiger: bloodzûger (Neeroeteren), bloedzuiker: bloodzoeker (Neeroeteren), blootzieker (Neeroeteren), echel: echel (Neeroeteren), ĕchel (Neeroeteren), in de uitdrukking: "z?pen es ein echel  echel (Neeroeteren) bloedzuiger [ZND 01 (1922)], [ZND 33 (1940)] III-4-2