e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q012p plaats=Rekem

Overzicht

Gevonden: 3899
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bliksem, bliksemflits bliksem: bleksəm (Rekem, ... ), bl‧eksəm (Rekem), weerlicht: weerlicht  wērlēxt (Rekem), wēərlēx (Rekem) bliksem [ZND 01 (1922)] || bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemafleider bliksemafleider: bliksəmááfèjər (Rekem) Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)] III-2-1
bliksemen bliksemen: hèt bliksemt (Rekem, ... ), əd bleksəmt (Rekem, ... ), ⁄t bliksemt (Rekem) bliksemen [ZND 21 (1936)] || bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
blikslager blikslager: blę.kslē̜gǝr (Rekem) Ambachtsman die blik verwerkt en blikken voorwerpen herstelt. [N 66, 55a; Wi 2; L 34, 17a; monogr.] II-11
blinde schacht, tussenschacht beurkê: børkẽ̜ (Rekem  [(Eisden / Zwartberg)]   [Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Een schacht die niet aan de oppervlakte uitmondt. Een dergelijke schacht wordt aangelegd om steenkoollagen te ontsluiten die tussen de verdiepingen zijn gelegen, en soms voor ventilatie- of vervoersdoeleinden. Zo merkt de respondent uit Q 3 voor de mijnen uit Winterslag en Waterschei op dat de "stortkoker" een blinde schacht is waar kolen en steen door afgevoerd worden en de "luchtschouw" een blinde schacht die uitsluitend wordt gebruikt voor de luchtverversing. Het verschil tussen een opbraak of een neerbraak en een tussenschacht was in de Nederlandse mijnen gelegen in het feit dat in een tussenschacht personenvervoer door middel van liftkooien was toegestaan. [N 95, 78; N 95, 181; monogr.; Vwo 134; Vwo 138; Vwo 206; Vwo 804] II-5
bloed bloed: blo:t (Rekem), blōt (Rekem) bloed [ZND 01 (1922)], [ZND m] III-1-1
bloed roeren kloppen: klǭpǝ (Rekem), roeren: rø̄rǝ (Rekem) Als het dier gestoken is, vangt men soms het bloed op om dit later in de bloedworst te verwerken. Om te voorkomen dat het bloed stolt, roert men er met de hand wat stro, een houtje of iets dergelijks doorheen. [N 28, 17; monogr.] II-1
bloedaders melkaderen: mɛlǝkǭrǝ (Rekem) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloeden bloeden: blojə (Rekem) bloeden [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
bloedgang regel: (mv)  rē̜gǝls (Rekem) Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31] I-11