e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192a plaats=Siebengewald

Overzicht

Gevonden: 1788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dommekracht winde: wīn (Siebengewald) Werktuig om zware voorwerpen op te tillen. Het bestaat uit een zware kast, waarin een getande stang met haak door middel van een zwengel omhoog en omlaag kan worden bewogen. De dommekracht wordt onder het op te heffen voorwerp geplaatst. Zie ook afb. 3. [N 33, 219] II-11
donkere metten duistere dagen: duustere daag (Siebengewald) De donkere Metten op wo./do./vr. in de Goede Week [duustere Mette]. [N 96C (1989)] III-3-3
dood (bn.) dood: dôôt (Siebengewald) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
doodskist doodskist: dodskéés (Siebengewald, ... ), dutskist (Siebengewald) de doodskist [N 96D (1989)] || De doodskist. [N 96D (1989)] || doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3
doodskleed doodskleed: wit laken  dodskleed (Siebengewald) doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] III-2-2
doodsklok doodsklok: dodsklok (Siebengewald) De klok die geluid wordt na het overlijden en/of bij de begrafenis van iemand [dôdsklok, dódsklok, dödsklok, doeëdsklok?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doodzonde doodzonde: doodzund (Siebengewald) Doodzonde, dodelijke zonde [doeëdzund]. [N 96D (1989)] III-3-3
dooier dooier: dǫi̯ǝr (Siebengewald) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: deup (Siebengewald) Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbelofte doopgelofte: deupgelöfte (Siebengewald) De doopbeloften zoals ze worden afgelegd door peter en meter. [N 96D (1989)] III-3-3