e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q009p plaats=Maasmechelen

Overzicht

Gevonden: 2259
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de raat uitbreken raten uitsnijden: raten uitsnijden (Maasmechelen) Uitbreken van de raat bij het oogsten van de honing. Het volk is dan verwijderd. [N 63, 81a] II-6
de staart couperen zwensen: zwɛnsǝ (Maasmechelen) Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d] I-9
de stal uitmesten uitmesten: utmęstǝ (Maasmechelen) De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.] I-11
de stortkar doen achteroverslaan opstoten: ǫpstuǝtǝ (Maasmechelen) De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88] I-13
de wendakker ploegen voordelen: vø̄.rdǝlǝ (Maasmechelen) Na het ploegen van het grote middendeel van de akker moet men de keerstroken nog met de ploeg bewerken. Als er geen of maar één keerstrook is, omdat men op een (veld)weg of op een eigen of andermans perceel heeft kunnen keren, ploegt men aan het voor- en/of achtereind van de akker enkele dwarsvoren om het ongelijke en minder diepe begin van de lange voren weg te werken. [JG 1a; N 11, 47; N 11A, 137l; monogr.] I-1
de zeug naar de beer brengen drijven: drī.vǝ (Maasmechelen), drīvǝ (Maasmechelen), na(ar) de beer gaan: nǭ dǝ bīr gǭn (Maasmechelen) De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.] I-12
de zoom afspelden afspangen: āfspaŋǝ (Maasmechelen) De zoom geheel met spelden bezetten. [N 62, 13b; N 62, 13a; MW] II-7
de zoom aftekenen aftekenen: āftęjkǝnǝ (Maasmechelen) Met krijt of een rokkenspuit de zoomlijn aftekenen op een te maken kledingstuk. [N 62, 13a; N 62, 13b] II-7
de zwerm terugslaan terugjagen: terugjagen (Maasmechelen) Een zwerm weer terugzetten in de oude korf, wanneer men de koningin gedood heeft. [N 63, 93a] II-6
deegkrabber deegschup: dęjxšøp (Maasmechelen) Werktuig waarmee het deeg wordt losgestoken. Het gaat hier om een gereedschap dat de vorm kan hebben van een plamuurmes met vierhoekig, driehoekig, half-rond blad), een krabber of hak met half-rond blad en een schopje met een blad van uiteenlopende vorm. Volgens de informant van K 314 heeft het "krommes" ongeveer de vorm van een sikkel. Vaak is de steel van de schop van ijzer. De handgreep van het plamuurmesmodel is vaak van hout of van omgebogen metalen plaat. Vergelijk voor de woordtypen het lemma ''deegmes''. Zie afb. 18. [N 29, 21b; N 29, 21c; OB 2, 2f; monogr.] II-1